Waarom zou je binnen niet kunnen navigeren?

Of je nu facility manager of medisch planner van een ziekenhuis bent, een site manager van een grote fabriek of een flink warenhuis dan wel een marketeer van een museum: de komende tijd zal je regelmatig geconfronteerd worden met in-huis-plaatsbepaling. In dit blog leg ik uit waarom en hoe je hiermee grote voordelen kunt behalen.

In-huis-plaatsbepaling was tot voor kort een onbekend gebied waarover eigenlijk niemand nadacht. We hadden het in de geografie altijd alleen over de buitenwereld – de wereld die we traditioneel bedoelen als we het over navigatie hebben, al dan niet in 3D. Maar onze wereld bevindt zich ook in gebouwen en ondergronds. Op plaatsen dus, waar traditionele plaatsbepaling en geografische modellen niet toereikend zijn. Ik bespeur dan ook een steeds sterker wordende beweging naar ‘binnenhuis geografie’. Gebouwen en ondergrondse ruimten worden groter, complexer en steeds dichter bevolkt of intensiever gebruikt. Daarmee neemt het belang van deze locatie toe en wordt een goede beschrijving onmisbaar. Uit een betrouwbare bron heb ik vernomen dat alleen al voor de VS is becijferd dat de markt voor indoor-geo de komende drie jaar 15 miljard dollar groot is.

Asset: asap!

In deze binnenomgevingen wil je spullen (assets) terug kunnen vinden op het juiste moment en zonder lang te zoeken. Wellicht wil je mensen door deze ruimten sturen (navigation). Of bezoekers op basis van hun actuele locatie (tracking) informatie over producten op maat verstrekken. Ook kan er een wens bestaan om binnenruimten virtueel te bezoeken of te verkennen zonder deze daadwerkelijk te betreden (training). Het doel bij bovenstaande is vermoedelijk om efficiënter en veiliger te werken en beter en sneller beslissingen te kunnen nemen. Daarnaast is de openbare veiligheid ook gebaat bij een real-time inzicht in wat er zich waar afspeelt. Een eventuele ontruiming gaat nu eenmaal eenvoudiger als je goed weet wat er binnen gebeurt en wie er aanwezig is.

Goede kaarten van deze ruimten ontbreken vaak of zijn verouderd (‘Ja, we hebben de bouwtekeningen… ergens in het archief!’). Net als buiten veranderen de inrichting van de ruimte én de constructie zelf permanent.

Laserscanning

Op deze plekken is GPS-plaatsbepaling niet mogelijk. Allereerst omdat GPS alleen in de open lucht werkt. Maar ook doordat gebouwen meestal meerdere verdiepingen boven elkaar hebben. Dit vereist een 3D-representatie en dwingt tot het denken over andere plaatsbepalingstechnieken. Samen met de TU Delft (het IndoorLab van Geomatics) werkt CGI daarom aan onderzoek, kennisopbouw en services op dit specifieke gebied. Mede dankzij dit onderzoek zijn methodes ontwikkeld om de navigeerbare ruimte in gebouwen te detecteren met laserscanning.

Extra voelsprieten en ogen

In de ruimten zijn naast locatiesensoren ook mogelijk klimaat-, licht- en bewegingssensoren actief. Of camera’s. Dat biedt een extra mogelijkheid om locatie met data uit deze sensoren te combineren. Net als in de buitenwereld kunnen we binnen bijvoorbeeld temperatuur meten, CO2-waarden vaststellen, personen of voertuigen registreren en de verlichting meten. Zo kan je in een parkeergarage bepalen waar een auto is en hem goed licht geven op weg naar een voor hem vrijstaande parkeerplaats. Met minder zoeken en meer veiligheid als gevolg. Ook kan je op basis van een real-time kaart van een gebouw beschikbare werkruimten vinden en zien of die ook al gereserveerd zijn en vervolgens via een korte route naar deze plek geleid worden.

Ontbrekende schakel

Concluderend mag je stellen dat in-huis-plaatsbepaling en -navigatie erg waardevol zijn. Ze zijn de ontbrekende schakel in de navigatie van voordeur naar werkplek. Zij maken het vinden van de weg of het terugvinden van objecten in complexe gebouwen veel eenvoudiger. Gevolg: kortere zoektijden, meer efficiency, een verhoogde veiligheid én een geringere kans dat risicovolle voorwerpen zoekraken. Dat is goed nieuws voor diverse sectoren. Voor de spoorsector bijvoorbeeld wordt het nu mogelijk om in grote stationsgebouwen een goed beeld te maken van de operatie en rijdende treinen onder overkappingen of in tunnels te kunnen volgen.

Robert Voûte is Vice President Consulting Geo-ICT bij CGI Nederland. Hij schrijft regelmatig over Geo-ICT-oplossingen. Dit bovenstaande blog is de eerste uit een serie met dit onderwerp. In volgende blogs zoomt Robert in op :

• indoor mapping
• toepassingen en business cases van Geo-ICT
• indoor tracking
• hybride modellen (binnen en buiten in 1 continu systeem)